Drentse stookhokken: Landgoed Welgelegen

Je vindt ze verspreid door heel Nederland wel en ze heten overal anders, Drenthe grossiert er in: stookhokken.

Dit artikel verscheen in Noorderland 2018-7.

Tekst Jolanda de Kruyf | Fotografie Gert Tabak

Je vindt ze verspreid door heel Nederland wel en ze heten overal anders, Drenthe grossiert er in: stookhokken. In een ver en grijs verleden telde de provincie er wel 5.000, maar dat aantal is door de tand des tijds flink geslonken. Gelukkig was er eerherstel voor het stiefkind van het boerenerf. Verwaarloosde exemplaren zijn met veel zorg en liefde voor cultuurhistorie opgeknapt door hun eigenaren en kregen een herbestemming, met respect voor het verleden. Zo blijven die minuscule, vaak wat popperige huisjes naast de boerderij nog altijd een blikvanger. Soms zijn het ook uit de kluiten gewassen bouwwerken, opgetrokken van steen en dakpannen, die nog altijd de rijkdom van de boer etaleren.

Domein van de boerin

Ze worden stookhut of vuurhok genoemd, ovenhuis, bakhuis of stookkot. In Drenthe spreekt men van stookhok. Zoveel boeren, zoveel soorten én maten: van pothokkie met alleen plek voor de kookpot tot complete behuizing. Veel grotere stookhokken werden ’s zomers dan ook als woonvertrek gebruikt. Als in mei de koeien naar de wei waren gebracht, kregen achter- en voorhuis van de boerderij een fikse schoonmaakbeurt en dan verhuisde het gezin een hele poos richting stookhok. Daar voltrok het huiselijk leven zich, alleen slapen gebeurde in de boerderij. Het stookhok was de rest van ‘t jaar trouwens domein van de boerin, de boer kwam er alleen voor koffie en het warme middageten. Behalve als overdekte stookplaats deed het ook dienst als washok, er werd etenswaar geweckt en het gezin waste zich er in de tobbe. 

Bron: Stookhokken in Drenthe, rooksignalen van het boerenerf, Publique Uitgevers, 2005

Landgoed Welgelegen, Koekange

Op één oor in het stookhok

Alles ademt historie op het erf van de familie Bout, aan de Prinsesseweg in Koekange. Een door eiken omzoomde oprijlaan leidt naar de statige herenboerderij, een rijksmonument, net als het oorspronkelijke stookhuis ernaast waar nu de B&B-gasten welkom zijn. 

Achter het monument ontvouwt zich een mozaïek aan landelijke bedrijfstakken die alle met evenveel bezieling worden uitgevoerd. Bed and Breakfast, maar ook pensionstalling voor paarden, een mini-camping met blokhutten, blikmuseum en hooiberg, stemmig verbouwd tot theeschenkerij. Die biedt ook ruimte aan de Landgoeddiners – met verse oogst uit eigen boomgaard en moestuin – en aan verhalenvertellers die hier ’s winters rond de houtkachel schurken.

Landgoed Welgelegen is een écht familiebedrijf en dat voel je. Johanna Bol-Bout (39) en haar zus Dieke (43) hebben de dagelijkse leiding, hun ouders Sjoerd (74) en Mieneke (69) gaven dit landelijke stekje met hun komst in 1974 z’n huidige vorm en zijn nog steeds stand-by, maar vooral dichtbij. ‘Gelukkig maar. We zijn heel hecht,’ zegt Johanna. Intussen loopt ook de derde generatie Bout al rond.

Gebogen stalraampjes

Het moet hier al sinds 1612 bebouwd zijn geweest, maar het stijlvolle Welgelegen dateert van 1881. Da’s ook het bouwjaar van het stookhok dat een zeer opvallende aanbouw heeft: het vroegere verblijf voor de varkens. Sjoerd en Mieneke maakten er in hun tijd een paardenstalling van met hooiopslag, plus een koetshuis voor klassieke rijtuigen. Het stookhok gebruikten ze in die beginjaren alleen om de tuinspullen in op te bergen.

Tot 1999. Toen hadden de twee het plan opgevat om hun stookhok te transformeren tot logement, met behoud van authentieke details zoals die kleine, gebogen stalraampjes. Typisch Drents. Tegenwoordig zijn er twee rustieke B&B-kamers in ondergebracht (Het Stookhuisje en Het Koetshuis), met vrij uitzicht over de landerijen, badkamer, privé-terrasje en eigen opgang. 

Ontbijt met eigen jams

Het ontbijt wordt geserveerd in de “hooiberg”, met hoge wanden van gepotdekseld hout. Johanna trakteert haar gasten daar graag op lekkers uit eigen tuin, liefst van oude fruitrassen die in Drentse grond geworteld zijn. Pruim en appel, kweepeer, mispel. ‘We maken zelf verschillende soorten jams voor het ontbijt en bakken cakes en taarten voor de theeschenkerij.’ Haar Landgoeddiners (‘koken is mijn grote hobby’) staan met vaste regelmaat op de kalender en de menu’s bestaan uit het verse seizoenaanbod van gaard en tuin. Nu alvast noteren: 19 oktober en 21 december (kerstdiner). 

Dikke 3500 blikvangers

B&B-gasten raken niet snel uitgekeken op het landgoed, want ook het Blikmuseum is een bezoekje waard. ‘Echt een uit de hand gelopen hobby,’ zegt Mieneke Bout. Ze begon 35 jaar geleden argeloos met de blikken van haar schoonouders; voor rijst, thee, bonen, stijfsel, koffie, lucifers en zeep. ‘Ze hadden het slecht gehad in de oorlog en een tekort aan alles. Dus dit was hun proviand, uit voorzorg.’ Het bleek de aanzet tot een megalomaan project. Haar verzameling telt nu een dikke 3500 blikken, vooral van Hollandse merken, ‘die vind ik het leukste, omdat er zoveel geschiedenis aan af valt te lezen.’ Beschuitbussen, koektrommels, sigarenblikjes, blikken voor snoep, wrijfwas of cacao. In het Blikmuseum staan ze keurig gerangschikt en in vitrines te pronken. Ze verleiden gasten tot verhalen van vroeger. ‘Elke generatie herkent er wel iets in.’ Eén van de oudste is van 1910 en heeft zelfs z’n originele inhoud nog: vanillestokjes. Mieneke opent het deksel: ‘Zo’n geur kan al een mooie herinnering oproepen.’

De B&B is het jaar rond geopend (met uitzondering van een week kerstvakantie). Theeschenkerij en Blikmuseum zijn op afspraak voor groepen open en in de zomermaanden alle weekends. welgelegen.com

Laatste nieuws